Pagina's

woensdag 3 mei 2017

Herdenkingsrant



Op 31 mei 1944, aan het einde van de ochtend, was het bombardement van de geallieerden op Roosendaal.
De bedoeling was om het spoorwegemplacement te vernietigen maar de bommen kwamen overal in de stad neer. Ook op de Bloemenmarkt.

Op 2 juni 1944 gingen Johannes Franciscus van Geel, Hoofdwachtmeester van Politie, en Adrianus Franciscus Broere, bevolkingsagent, er samen voor zitten.
Ze deden aangifte van het overlijden van 67 mensen die op slag dood waren.
Een dag later, op 3 juni, waren ze klaar, en er moest nog iemand tussendoor ook.

Ze deden er om en om een paar. '...uit eigen wetenschap kennis dragende, dat op een en dertig mei dezes jaars om elf uur, dertig minuten...'
Een van hen was mijn moeders nichtje Marliesje Heck, 'oud twee jaren'. Ze was bij Oom Herman en Tante Corrie, van Foto Rembrandt, op de Bloemenmarkt.

De fotozaak is bij het bombardement volledig verwoest en Oom Herman en Tante Corrie zijn naar de Molenstraat verhuisd. Het pand is niet meer opgebouwd en is een doorgang geworden van de Bloemenmarkt naar het Emile van Loonpark.
"Kijk", zegt oma. "Hier was de fotozaak van Ome Herman en Tante Corrie. Ze woonden erboven."

Er was een foto van Marliesje, grote strik in het haar. Die foto heeft Oom Herman afgedrukt en ingekleurd. De hele familie van Tante Corrie, waaronder de ouders van Marliesje, kreeg er een.

Mijn oma was de oudste en heeft de foto van Marliesje haar verdere leven aan de muur gehad. Zodoende groeide ik op met Marliesje Heck.
Mijn moeder was veertien toen het gebeurde. Mijn hele jeugd werden zij en mijn oma het niet moe om uit te leggen waarom Marliesje daar hing.
"Marliesje Heck. Twee jaar. Bij Ome Herman en Tante Corrie. Ze was buiten. Hele fotozaak vernield. Alle foto's verbrand ook."

Daarom herdenk ik in ieder geval altijd Marliesje Heck. Ik weet dat iedereen in de familie die nog leeft en Marliesje en haar foto kent dat doet.

Oorlog. Het is verschrikkelijk. Toen en nu. Gedenk ze.