Pagina's

woensdag 29 januari 2014

Allemaal in je blootje: de PvdA als crypto-naturistenpartij

Staatssecretaris Jetta Klijnsma van de PvdA heeft met de bijstand de volgende plannen:
  • Een verplichte wachttijd van 4 weken, om er zeker van te zijn dat u de bijstandsperiode met een flinke schuld begint, of uw potje voor onvoorziene uitgaven dadelijk al kwijt bent. Nog even en u loopt in uw blootje omdat u geen kleding meer kunt betalen (de eerste kledingbank is overigens al gesignaleerd).
  • Regels met betrekking tot het uiterlijk: niet presentabel = 3 maanden verplichte strafinhouding, om er zeker van te zijn dat u daarna helemaal geen kleding meer kunt betalen, en zelfs uw huis al bent uitgezet, zodat het wassen van de bestaande kleding ook een probleem wordt en voor u het weet loopt u in uw blootje.
  • Verplichte tegenprestatie: werken bij een commercieel bedrijf met behoud van uitkering, bijvoorbeeld de kerstpost sorteren bij PostNL, om er zeker van te zijn dat de betreffende banen vervallen. Hopelijk wordt er bij de poort degelijke en deugdzame werkkleding verstrekt, het wil nog weleens tochtig zijn in die hallen.
  • Geen Nederlands spreken? Geen bijstand. Enfin, het fraaiste Nederlands leer je op straat en vooral als je in je blootje loopt.
De plannen gaan waarschijnlijk niet door. De gemeenten willen het niet. De gemeenten/gemeentelijke sociale diensten willen dat zelf kunnen bepalen. Het kabinet zegt dat er over te praten valt.
Nu komen de gemeenteraadsverkiezingen. U weet in ieder geval wat de PvdA wil. U moet dat even niet vergeten. Ook als het kabinet bovenstaande regels niet dwingend oplegt weet u heel goed wat de PvdA wil, de PvdA heeft zichzelf gelukkig ook in zijn blootje gezet, en U moet dus geen PvdA stemmen, en al helemaal niet voor de gemeenteraad, want de gemeente gaat straks zelf de sancties bepalen, en met een grote PvdA in uw gemeenteraad en college weet u alvast de uitkomst.

(tenzij de locale bestuurders een andere mening hebben, maar ja, dan kun je de volgende logische stap in je carrière natuurlijk wel vergeten, dus dat gaat niet gebeuren, hoezeer ze u ook van het tegendeel proberen te overtuigen, luister niet, houd uw handen tegen uw oren, stop er Ohropax in, het is niet waar).

Verzorgd uit de bijstand: een rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau. Wijst onder meer op het grote aantal vooronderstellingen dat bij bovenstaand beleid wordt gehanteerd.














zaterdag 11 januari 2014

Het marktaandeel van argumentenfabrieken

Frank Kalshoven (die van de Argumentenfabriek) verklaart in de Volkskrant van zaterdag 11 januari dat bijstand een situatie van tegenslag is, liefst tijdelijk. De genieter daarvan is zelf verantwoordelijk en heeft de plicht om voor de onderstand die hem geboden wordt iets zinvols terug te doen. Kalshoven beroept zich daarbij op het sociale contract dat we met elkaar hebben.

Op die tegenslag, die tijdelijkheid en die eigen verantwoordelijkheid valt nog wel wat af te dingen.
In het najaar van 2013 waren er in Nederland 94.000 vacatures en 400.000 mensen in de bijstand. Tot zover de tegenslag, de tijdelijkheid en de eigen verantwoordelijkheid. De tegenslag zit ingebakken in het kapitalistische systeem, waarbij er zo weinig mogelijk kosten (waaronder lonen) worden gemaakt en er tegelijkertijd zoveel mogelijk wordt afgezet. Hoe de klant aan het geld komt om af te nemen is een detail waarin niet wordt voorzien. Tijdelijk is deze situatie allerminst.
Eigen verantwoordelijkheid kun je uiteraard alleen oppakken als je daarvoor de tools hebt. Een van die tools is in dit systeem de aanwezigheid van banen. Die zijn er niet. Het sociale contract lijkt daarmee nogal een eenzijdig gebeuren te zijn.

Wat doen al die Polen dan hier, zult u zich afvragen. Als er geen werk is. Welnu, die komen hier om zich te laten uitbuiten voor 2 euro per uur, als ze die al daadwerkelijk krijgen. Hoe dat gaat leest u hier.
Daar heeft dit kabinet het volgende op gevonden. Nederlanders moeten ook uitgebuit worden! Laat ze maar werken in de bijstand, dan hoeven wij ons ook niet meer bezig te houden met trivialiteiten als minimumloon. Dat er dan wel erg weinig koopkracht overblijft is vervelend voor het MKB maar ook het MKB is geen conditio sine qua non in het kapitalistisch systeem en dat merken zij aan den lijve.
Van wat ik tot nu toe schreef klopt natuurlijk niets. Ik smeek, zij het impliciet, om rechtvaardigheid, koopkracht en echte banen, alsof ik het sprookje nog geloof. Ik doe net alsof er nog een industriële samenleving is.

Productiefactoren. Productie als zodanig. We hebben ze helemaal niet meer nodig. Na de agrarische en de industriële samenleving zijn we in het Westen beland in de derde fase: de geldsamenleving. Geld maakt geld, en niets anders. Bedrijven, productie, werknemers, ze zijn overbodig. Geld is zelf de productiefactor geworden. De samenleving is hieraan ondergeschikt. Hoe dat zit, ziet u hier.



Groter en groter wordt het aandeel van slavendrijvers, bestuurders en directeuren van argumentenfabrieken, mensen kortom die niets produceren en niets bijdragen. De enkeling die we nog nodig hebben om brood te bakken voor de enkeling die we nog nodig hebben om die enkele trein en bus te laten rijden met daarin de laatste arbeider die het laatste overdekte zwembad aanlegt doet dat maar als payroller of zzp-er en tussen twee zwembaden door zoekt u het maar uit. De kleren die u draagt laten we wel uit India komen, waar ze nog midden in de industriële uitbuitingsfase zitten. Voor het overige staart u zich blind op een schijnvertoning die alleen in stand zal worden gehouden zolang er nog geld uit geperst kan worden.

Dat de hele kapitalistisch-industriële westerse samenleving allang is geïmplodeerd, dat is het nieuwe taboe. Zolang dat niet bespreekbaar is en de nieuwe geldwelvaart voorbehouden blijft aan snuggere enkelingen valt te vrezen dat het aantal argumentenfabrieken de komende jaren nog aanzienlijk zal oplopen. Jaren waarin het geld op de grote hopen zal waaien, de vakbonden bij de achterdeur tevergeefs om rechtvaardige arbeidsomstandigheden zullen vragen en de Roemenen en Bulgaren uiteindelijk het licht uit zullen doen, het voorheen zo welvarende westen achterlatend voor toekomstige archeologen. Grote denkers als Frank Kalshoven zitten dan allang in India, waar nog volop uitbuitingsmogelijkheden zijn.


dinsdag 7 januari 2014

De hel van DUO ABP USZO

Ooit had ik een paar jaar een uitkering. Het was horror en het was hel. En ik weet alles nog.

Ik was een dertiger die ziek was en weer aan het werk wilde. Dus ik ging een flexklus doen. Elke maand een ander inkomen. Dat konden ze niet aan, zij van het DUO/ABP/USZO (het heette ook steeds anders). Elke maand was mijn uitkering verkeerd, elke maand belde ik. En bij elke hersteloperatie werd er weer een fout op gestapeld tot er een vrijwel onontwarbare kluwen van fouten ontstond.
Ik belde en belde, tot ik te horen kreeg van de chef dat ik niet zo vaak moest bellen want dan kwamen haar medewerkers niet meer aan hun werk toe.

Over naar plan B, mede geïnspireerd door de buurman, die twee stelregels heeft: 1. Meten is weten en 2. Wie schrijft die blijft.
Ik diende elke maand een bezwaarschrift in. Ik had dus standaard 3 bezwaarschriften lopen: die van 2 maanden geleden, die van 1 maand geleden, en het bezwaarschrift dat net de deur uit was. Ik won ze allemaal, ik kon zelf namelijk wel rekenen. Zolang je je berekeningsgrondslag maar kende kon je zelf je brutouitkering uitrekenen dus dat deed ik. Onbezoldigd, dat wel natuurlijk.

Op een dag trok een verschrikkelijk lieve uitkeringsmeneer zich mijn lot aan. Hij begon mijn zaak te behandelen. Ik mocht hem altijd bellen, ook toen hij er niet meer over ging. Soms sijpelde er wat leed door. Bijvoorbeeld toen hij zei: "Ik moet even in de dozen zoeken. Want ik heb maar niet meer uitgepakt, ik zit op de 6e bureaustoel in 2 jaar tijd." Hij zorgde dat het altijd weer goedkwam, uiteindelijk, door van onderafaan de fouten er weer uit te rekenen. "Ik mag het eigenlijk niet zeggen," verzuchtte hij op een dag, "maar je had beter niet kunnen gaan werken, want daar zijn we niet op ingesteld."

Aan een ding kon mijn engel niks doen. De Tweede Kamer had in december besloten dat het ABP zelf software moest maken. Die was in september klaar. Toen kregen we allemaal een brief dat we sinds januari geen ziekenfondspremie hadden betaald. Dat zou de volgende maand worden ingehouden. Het was meer dan mijn aanvullende uitkering. Meer dan 700 gulden. Dat had ik niet. Ik was ter plekke failliet. En nee, van bruto-netto had ik geen verstand. Sorry. Ik had het niet gezien. En nee, natuurlijk hadden we nooit een waarschuwing gekregen.
Dat bleek uiteindelijk niet te mogen, zo. Het ABP/USZO had mij, en alle anderen, een redelijke aflossingstermijn moeten aanbieden. Die kwam er ook. De slapeloze nachten waren gratis, dat dan weer wel. Uiteindelijk heb ik geloof ik meer dan een jaar afbetaald.

Een ander drama heeft hij kunnen voorkomen. Hij belde me op en zei "Ga even zitten en schrik niet, want we hebben het al opgelost. Er is een collega naar mij toegekomen en die zei mevrouw X heeft de afgelopen jaren f 22.000 teveel gekregen volgens het systeem. Dat is toch jouw mevrouw X? Die elke maand haar eigen uitkering uitrekent? Dan kan dat toch niet?"
Nee, het kon niet, en het was ook niet zo. Ze hebben alles weer voor me rechtgebreid. "Maar," zei mijn engel, "ik weet niet zeker of het systeem er niet toch nog een brief over gaat fabrieken. Daarom bel ik je. Niet schrikken dus, het komt goed. Als er wat is bel je maar weer."
Ik schrok me natuurlijk toch te pletter. Maar ik had geleerd om deze meneer te vertrouwen. Ik heb er nooit meer wat over gehoord. Het systeem had kennelijk de moed opgegeven.
Een paar maanden later kreeg een ex-collega van de buurman hetzelfde verhaal, maar dan zonder engel. Die kreeg de brief. Voor een enorm bedrag, f 40.000, f 70.000, ik weet het niet eens meer. Het was iets ontzettends. Maar de buurman was een gewaarschuwd man. Door mij. De ex-collega geloofde het, de buurman niet. En hij toog aan de slag, want de ex-collega kon het niet zelf meer. Vergevorderde MS. De buurman heeft het opgelost "maar het heeft hem wel een stuk teruggezet" zei de buurman somber.

Mij deed het ook niet echt goed. Ik had thuisgezeten door een paniekstoornis. Ik kluste inmiddels halve dagen. De andere halve dag ging zo'n beetje op aan rekenkundige excercities die het ABP/USZO had moeten doen.
Na twee jaar was ik het zat. Ik ging er bijkans opnieuw aan onderdoor.
Ik diende een klacht in, verklaarde mij ontevreden met het antwoord, kopieerde alles, stopte het in de enveloppen I, II en III en stuurde de hele zwik naar de Nationale Ombudsman. Ik kreeg gelijk en ontving van het ABP een schrijven dat, hoewel ze het er helemaal en vooral juridisch niet mee eens waren, ze toch 'reden hadden om over te gaan tot' de uitbetaling van de door mij gevraagde (symbolische) schadevergoeding van f 200, waar ik toen ook maar een goeie fles single malt voor de buurman van heb gekocht, want die wilde nog weleens meekijken als het mij even teveel werd.

Niet zolang daarna kreeg ik regelmatige inkomsten. Dat konden ze redelijk aan. Nog een poos later verdiende ik zoveel dat ik de uitkering niet meer nodig had. Ik was uit de hel.

Tot zover het paradijselijke bestaan van een uitkeringstrekker. Twintig jaar geleden is het. Ik geloof niet dat er veel veranderd is qua uitkeringsfabrieken. Ik wens het niemand toe, en de mensen die het overkomt wens ik sterkte. En als je kunt, steek ze een handje toe, al luister je alleen maar, al lees je maar een keertje mee. Echt, het helpt.

Lees hier het verhaal van Dick bij het UWV.