Pagina's

dinsdag 26 november 2013

Links lezen

Wat is links. Links, dat is dat je mensen stelt boven het gewin. Het gewin van Rechts, dwz van enkelen, ten koste van normale salarissen, van vaste banen en van publieke voorzieningen, zoals de zorg en het vervoer. De enkelen idd die vanonder hun bonussen roepen dat wij moeten begrijpen dat het geld op is. Ik zie dan altijd een geldmijn voor me, die bijna leeg is, maar zo werkt het niet, want geld is een afspraak. Dat zou iemand even uit moeten leggen, en daar hebben we Links voor. Helaas, Links ligt in coma, althans dat dacht ik, maar dat is bij nader inzien niet zo, Links is zelfs morsdood, in ieder geval in Nederland.

De PvdA is geen linkse partij, in ieder geval haar treurige aanvoerder Diederik Samsom niet. Ooit hoorde ik Matthijs van Nieuwkerk zeggen dat hij niets met de VARA had. Hij zou met elke omroep in zee gaan waar hij De Wereld Draait Door mocht maken. Met Diederik zal het wel net zoiets zijn, ik weet eigenlijk wel zeker dat hij met elke partij in zee zal gaan waar hij baasje mag zijn.
De SP werkt, zoals ik al eerder op deze blog stelde, samen met de PVV door moties met haar in te dienen, met name op het gebied van de zorg. Ik wil het er niet eens meer over hebben.
Buitenparlementair kan natuurlijk ook. Op Krapuul vond ik aanvankelijk best wel mooie artikelen over de stand van de samenleving. Maar Krapuul is verworden tot een rabiaatlinks riool, met een stukje over een wijkagente als voorlopig dieptepunt, welke wijkagente, naar ik begrijp, als fout heeft dat zij met verzetsstrijdster Truus Menger op de foto ging, iets anders concreets kon ik althans niet vinden, en Truus Menger is van links, blijf af, en voor straf moet de wijkagente alvast antwoorden wat haar gedrag in de derde wereldoorlog zal zijn, die overigens wat Krapuul betreft allang is uitgebroken. Verder wil ik het ook daar niet meer over hebben.

Gezocht: linkse partij, liefst van significante omvang, die theoretisch geschoold is in het onderscheid tussen kapitaal en arbeid, dit onderscheid op betekenisvolle wijze op alle niveaus kan uitdragen, daarbij de kant van de arbeid kiest, ruimte biedt voor discussie, daden niet uit de weg gaat en aldus doende dit land op scherp zet tegen het neoliberalisme. Liefst in internationaal verband, anders schiet het weer niet op.

Ondertussen, in 2013, kan ik dit boekwerkje bij wijze van zelfscholing van harte ter lezing aanbevelen.

Noam Chomsky - Profit over People

woensdag 13 november 2013

Verboden te snuffelen

Gemeenteambtenaren snuffelen in de gegevens van BN-ers, ook als zij daar voor hun werk geen opdracht toe gekregen hebben, en wel uit pure nieuwsgierigheid. Dat staat in Binnenlands Bestuur. In 13 van 80 onderzochte gemeenten gebeurt dat.

Dat kan natuurlijk niet. Laat dat duidelijk zijn. Het is niet integer. Er zijn blijkbaar gemeenten waar gemeenteambtenaren dat niet begrijpen. Hoe dat kan is een raadsel. Tussen zo’n werkvloerambtenaar en de Directeur van de gemeente, vroeger ook wel Gemeentesecretaris geheten, zitten vast wel minstens acht lagen dikke en minder dikke dikkedeuren die allemaal in kunnen grijpen, en naar de staatssecretaris toe ook nog een VNG. Kennelijk verspreiden die niet een geur van integriteit, zodanig dat de gemeenteambtenaar het niet in zijn hoofd haalt om zijn neus te steken in zaken die hem niet aangaan.

Daar moet de Tweede Kamer aan te pas komen. D66-er Van Weyenberg stelt vragen aan de staatssecretaris. De staatssecretaris geeft antwoord, en er dreigt een Kamerdebat. Vroegah kreeg je als ambtenaar op je kop van de baas, einde verhaal, maar blijkbaar hebben de bazen niet meer zoveel invloed op de werkvloer, blijkbaar heeft het gebrek aan doortastendheid zich ook uitgestrekt tot de stijl van leidinggeven. Misschien word je er ook niet meer op geselecteerd, op een beetje fatsoenlijke moraal. Wellicht ook is een groot deel van die ambtenaren, inclusief die lagen erboven, helemaal geen ambtenaar. Misschien zijn het wel mensen van payrollbedrijven, en/of de beruchte ‘externen’, die helemaal geen boodschap hebben aan integriteit. De payrollers krijgen een salaris ver onder de CAO voor gemeenteambtenaren, de ‘externen’ een bedrag ver erboven, maar allebei komen ze niet bij de gemeente werken omdat ze de intentie hebben om de gemeenschap te dienen. Hoe dan ook, er is, op sommige plaatsen, iets mis met de moraal op de werkvloer.

Het moet natuurlijk een keer stoppen, dat geneus in gegevens van burgers. Gelukkig is er nu een enorm goede reden om dit aan de kaak te stellen, ik mag wel zeggen de moeder van alle redenen. Er wordt in gegevens van BN-ers gesnuffeld! Van Weyenberg van D66 is in alle staten. 
Dat de AIVD onwettige afluisterapparatuur aanschaft, dat Opstelten de reisgegevens wil verzamelen van mensen die het land binnenkomen of verlaten (ook BN-ers, Opstelten?) en dat gemeenten onwettig grootschalig gegevens gaan verzamelen in het kader van de Jeugdzorg, soit. Maar dat gemeenteambtenaren in gegevens van BN-ers snuffelen, dat gaat alle perken te buiten. Stoute stoute gemeenteambtenaren, arme arme BN-ers. Prima actie van Van Weyenberg, die hiermee een onovertroffen staaltje daadkracht, inzicht en bekwaam prioriteren toont. 






vrijdag 8 november 2013

Wat heet dom

In de families waar ik uit voortkom is sprake van een nogal gevarieerd intelligentieniveau. In de ene familie ben ik een hoogvlieger, een 'interlektuweel', in de andere familie een middenmoter. Er is geknokt voor 'de kapperspapieren' en voor een plekje bij de Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie - in beide gevallen met passie en met daverend succes.
Van alle niveaus ken ik het gezin van herkomst (treurig), het maatschappelijk inlevend vermogen (non-existent, op 1 aangetrouwde uitzondering na) en de politieke interesse (minimaal, met als uitingsvormen woede-uitbarstingen en afstandelijk dedain).

Beide families komen voort uit de arbeidersklasse. Beide opa's werkten zich op via 'het Spoor'. De een kwam daarbij aanzienlijk 'verder' dan de ander en kon van zijn salaris 4 zonen door de HBS krijgen. Meer zat er financieel niet in, en dat was jammer, want er zaten een paar jongens bij die uitzonderlijk goed konden leren. De enige zoon aan de andere kant kon helemaal niet leren, een dochter wel en die werd 'dus' onderwijzeres.

Zelf ging ik studeren aan een echte universiteit. Als eerste, van beide kanten. Van de historische betekenis van deze stap was ik mij in het geheel niet bewust. De studierichting was niet mijn eerste keus, ik was druk bezig met het - met behulp van veel hasjies en bier - afschudden van de kleinburgerlijke veren, ik faalde kortom onmiddellijk en met volle overgave en werd per 1 januari reeds uitgeschreven. Wat ook een rol gespeeld zal hebben is een kriebelig onbehagen over 'wie ik nu eigenlijk was' of beter nog, 'waar ik nu eigenlijk bij hoorde', wat rechtstreeks te maken had met de kloof tussen de gestoorde warmbloedige familie aan de ene, en de gestoorde afstandelijke familie aan de andere kant.
Ik koos vervolgens een hippe HBO-opleiding die het ook niet was maar die ik dan toch maar voltooide (het was er erg gezellig) en na jaren van dulle 'baantjes' 'onder mijn niveau', uitmondend in de grote kladderadatsch, vond ik alsnog het vak dat mij zoet kon houden.

Beide families zitten onder mijn huid, goedschiks of kwaadschiks. De domme kant bood ondanks een waaier aan disfunctionaliteit een massa gezelligheid met kaartavondjes met bier, jenever en olienootjes, knusse logeerpartijtjes en chaotische familiebijeenkomsten met volle pannen soep, gesmeerde broodjes en zelfgemaakte salades en tot slot zakken snoep voor de kinderen, 'voor terug in de auto'.
De andere kant, tsja, kuch. Mijn hersens komen van die kant. Ik heb er niks voor gedaan, ze zijn mij ingeplant, hun ontwikkeling is mij opgelegd en toen ik 18 was werd ik geacht er voortschrijdend wat mee te gaan doen. Een geheel autonoom proces kortom, waar ik nul zeggenschap over had.

Het enige voordeel dat ik uit deze voor mij verwarrende achtergrond heb meegenomen is dat ik contact kan hebben met mensen met allerlei achtergronden. Het nadeel is tegelijkertijd weer dat ik nergens echt bij hoor. Netwerken is voor mij vriendjespolitiek, ik heb een hekel aan poeha, ik smeer stroop als de slechtste en ik heb soms de neiging om mij dommer voor te doen dan ik ben, uit loyaliteit met de helft van mijn bloed. Anderzijds hoor ik ook niet vanzelfsprekend bij die warmbloedige kluwen waar ik zowel de meest wanstaltige als uitzonderlijk hartverwarmende herinneringen aan heb. Ik praat 'anders' en ik denk 'anders'. Ik ben een 'geleerde' die 'boekies leest'.

Ik volg weleens wat, op internet. Twitter, blogs. Over politiek, enzo. Met een voorkeur voor 'links'. Het 'echte' discours wordt uiteraard gevoerd door een intellectuele elite. Die vind je ter linker- en ter rechterzijde. De ene helft komt op voor het volk, en de andere helft voor het kapitaal. Van oudsher dan, hè. En in naam in ieder geval.
Wat mij nu zo verbaast, en dan vooral op die plekken waar de discussie het felste is, is de gedeelde minachting voor het 'gemene volk'. Voor domheid. Voor het niet kunnen opvoeren van een stand houdende argumentatie. Voor het maken van een taalfout. Voor de warmbloedige kant van mijn familie, kortom. Van rechts kan ik mij dat wel voorstellen. Het kapitaal heeft er immers geen enkel belang bij om het gemene volk voor te stellen als een verzameling van mensen met gedachten, gevoelens, wensen en aspiraties, laat staan gerechtvaardigde. Van links verbaast het mij in hoge mate. Het is in mijn leven altijd zo geweest en het is nog steeds zo. Van de PvdA, die die domme arbeiders vanuit de eigen villawijk discriminatie verweet tot Krapuul, waar rechts niet gewoon rechts heet maar domrechts en waar een taal- of redeneerfout een doodzonde is. De SP doet dat niet, ik geef het toe, maar die is dan weer populistisch, en ook dat leidt niet tot volksverheffing.

Volksverheffing, ja. Is dat een elitaire kreet? Misschien wel. Maar er is niks mis mee, als je vanuit je eigen elitaire intellectuele positie je kennis wilt delen. Het lijkt me een constructief uitgangspunt. Dan kunnen we misschien ook gelijk oversteken. Want als het gaat om actiebereidheid en directheid kunnen we van de 'warme kant' heel wat leren.
De strijd wordt niet gewonnen aan de schrijftafel alleen, en ook niet alleen op straat. De strijd wordt misschien gewonnen als schrijftafel en straat zich oefenen om met respect, en de bereidheid om van elkaar te leren, samen te gaan. De intellectueel die dat niet wil inzien is voor mij niet links maar de nieuwe reactionair, uit een elite die zich, opnieuw, laat voorstaan op een voorrecht waar zij mee geboren is. Dat is pas dom.

Disclaimer: schrijver en redacteur dezes heeft zoveel mogelijk geprobeerd om typ-, spel- en syntaxisfouten te vermijden. Redeneerfouten zijn uitsluitend voor rekening van de schrijver.