Pagina's

vrijdag 5 december 2014

Hoe ABNAMRO liegt als u niet contactloos wilt betalen

Ik heb hier een nieuwe pas liggen. Van de ABNAMRO. De pas betaalt contactloos. Dat wil ik niet. De ABNAMRO wel. Heel graag zelfs. Zo graag dat de ABNAMRO het mij onmogelijk wil maken om het contactloos betalen uit te zetten.

In tegenstelling tot bij ING staat er niets op de site van ABNAMRO over wat ik kan doen om contactloos betalen uit te zetten. Wel kan ik een speciaal hoesje op een kantoor afhalen, zodat mensen op straat niet mijn pas kunnen uitlezen en geld van mijn rekening halen. Omdat het zo veilig is.

Dus ik bel. En ik zeg tegen de wat-kan-ik-voor-u-doen-mevrouw: "U kunt mijn contactloos betalen uitzetten." Tot mijn steile verbazing zegt de mevrouw: "Dat kan niet." Ik zeg "O? Hoe vreemd. Bij de ING kan 't wel." Nu wordt de mevrouw een beetje onrustig en zegt "Momentje." Ik wacht. Daar is de mevrouw weer. "Dan moet ik een nieuwe pas voor u aanvragen." Na wat geheenenweer met postcode, geb.dat. en pasnummer legt de mevrouw mij uit: "Ik ga nu een nieuwe pas voor u aanvragen. Die moet u dan wel op kantoor laten activeren. Met een identiteitsbewijs." "O? Wat vreemd. Dus een pas met contactloos betalen kunt u mij zo toesturen en voor een pas zonder contactloos betalen moet ik mij op kantoor komen legitimeren?" Dat vindt de mevrouw niet leuk en ze voegt mij een beetje bits toe dat het niet anders kan. Ik vind het dus maar goed.

De mevrouw vat het nog even samen: "Dus ik ga nu een nieuwe pas aanvragen, en u gaat daarmee naar kantoor met een identiteitsbewijs. Dat is dan zonder kosten hoor. Dat heb ik erbij gezet." "Dat moest er nog bijkomen!" zeg ik verbijsterd.

ABNAMRO. Je liegt. Met je dat kan niet. Ga je in een hoekje heel erg diep zitten schamen.

UPDATE 4-11-2015

Brief: "U ontvangt binnenkort een nieuwe pas." Nog geen jaar na mijn vorige twee nieuwe passen.

Ik bel wantrouwig over het waarom en JA HOOR. "U heeft nog geen contactloos betalen!" "&%÷€#₩×!!!". "O. Sorry. Ja. Dat doet het systeem automatisch..."

Enfin. De nieuwe pas wordt geblokkeerd en ik ben inmiddels al tien maanden overgestapt. Nog drie maanden, dan kan de schaar er definitief in.

zaterdag 11 oktober 2014

Lieve Volkskrant

"MODESCHOOL
Tas van Chanel?

Marieke (24): 'Ik ben binnenkort jarig en dan word ik 25. Dat leek mij een uitgelezen moment voor de aanschaf van mijn eerste designertas. Ik droom namelijk al jaren van zo'n tas. Jarenlang stond de klassieker van Chanel, de 2.55, bovenaan mijn lijstje. Maar de laatste tijd twijfel ik, omdat ik die tas zoveel zie. Hoe denkt u over de tas van Chanel? En wat is een goed alternatief?'

Moderedacteur Bregje Lampe: 'Ik snap de aantrekkingskracht van de Chanel 2.55, maar ik vind het een lastige tas. Er zijn tegenwoordig zo veel kopieën in omloop die nauwelijks van echt zijn te onderscheiden, dat de tas allang niet meer zo chic is als-ie ooit was. Nog even en het is een ordinair ding. En dat voor minstens 1500 euro; niet eens meer buitensporig veel voor een designertas. Maar het is toch zonde als je dan zo veel mensen met dezelfde tas tegenkomt? Ga voor een wat minder bekend model, van een wat minder bekend merk, zoals (......)'"

Volkskrant, 11 oktober 2014.

dinsdag 9 september 2014

Geef niet, en vooral niet gul

Ik ben zo oud dat ik me kan herinneren dat je van een uitkering min of meer rondkwam. Uitkering of niet, als je huur te hoog was voor je inkomen kreeg je huursubsidie, als je kinderen had kreeg je kinderbijslag en voor ziektekosten was je betaalbaar verzekerd bij het ziekenfonds, zonder eigen risico. Zat je erg lang erg laag dan kon je bijzondere bijstand aanvragen voor dure maar noodzakelijke aanschaffen. Dat was het wel zo'n beetje.

Tegenwoordig krijg je een uitkering die standaard te laag is. Om die uitkering aan te vullen moet je toeslagen aanvragen bij de belastingdienst. Onlangs bleek uit een onderzoekje dat deskundigen niet in staat waren om foutloos aan te geven waar de voorgelegde casussen recht op hadden, de belastingdienst heeft iedere maand een andere reden om niet tot uitkering over te gaan en mensen die na jarenlange trouwe dienst bij het UWV aankloppen voor de WW waar ze premie voor betaald hebben krijgen groepsgewijs als eerste vraag voorgelegd of ze wel weten wat ze hun medeburgers kosten, waarna ze van schrik een fout maken in hun aanvraagformulier waarop een inhouding van 3 maanden volgt. Kortom, zonder een prijs in de staatsloterij of een flinke erfenis kom je zo'n periode financieel niet ongeschonden door.

Gelukkig zijn er veel mensen die dat heel erg vinden en zich het lot van deze mensen aantrekken. Ze hebben zich gewend tot de regering met het verzoek een ieniemienie beetje meer belasting te mogen betalen en ook anderszins de zaak een ieniemienie beetje te herschikken zodat er genoeg geld is om iedereen die geen werk heeft te voorzien van een inkomen waarvan een bescheiden mens de kosten van een bescheiden participerende levensstijl kan bekostigen.
Nee natuurlijk. Wie wil er nou meer belasting betalen. Belasting betalen is kut.

Toen was er ineens een Voedselbank. Als een duveltje uit een doosje. De Voedselbank verzamelde eten en gaf dat aan de armen. Tijdelijk, natuurlijk. Men streefde naar een situatie waarin de voedselbank overbodig zou zijn. Maar de hardwerkende burger ontdekte dat geld of eten geven aan een Voedselbank heel anders voelt dan belasting betalen. Goed, voelt dat. En het mooie is dus dat dit goede gevoel te koop is. De hardwerkende burger raakte er een beetje verslaafd aan. Hij ging nog eens denken en hopsakee ping, behalve eten moeten mensen ook kleren hebben. Dus er kwam een Kledingbank. Nu kon je het goede gevoel ook kopen met je ouwe kleren. Dat was zelfs min of meer gratis, want anders gooide je het toch maar weg en je gunt je Lacoste polootje in de kleur van vorig jaar toch een tweede leven.

Sommige dingen kosten gewoon geld. Soms begin je niks met een pak macaroni of een altmodisch colbertje. Stel, iemand heeft een afgrijselijk geval van Post Traumatische Stress Stoornis onder de leden en moet nodig in therapie. Nu wordt hij geconfronteerd met een eigen risico, van honderden euro's, en dat heeft hij niet. Ook daar is iets op gevonden: een bedelsite, www.steungezin.nl. De burgemeester heeft de arme posttraumatisch gestoorde daar een brief over gestuurd, alle mensen die net zo arm zijn als de gestoorde hebben die brief gekregen. Als hij daar nou zijn verhaal doet, anoniem natuurlijk, het is alleen wel leuk als hij iets over zijn hobby's vertelt enzo, en vooral ook wat het met hem zou doen als iemand hem zou helpen, dan raakt iemand misschien wel helemaal tot krokodillentranen toe geroerd en gaat zijn rekening betalen! Blijf geloven want je weet maar nooit!

Een keer heb ik geld gegeven aan de voedselbank. Per ongeluk. Overvallen op een plek waar ik het niet verwachtte. Ik heb er nog steeds een vieze smaak van in mijn mond. Niemand zou moeten bedelen. Niemand zou moeten geven. Als je wil geven, betaal dan je belasting en eis dat iedereen die het nodig heeft daar op een waardige manier van wordt onderhouden. Zoals dat hoort, in een beschaafd land.

vrijdag 25 juli 2014

Leve de hokjesgeest

Ik denk graag in hokjes. En ik ben heel rechtlijnig. Zo heb ik de maatschappij keurig opgedeeld in bedrijven, overheden en organisaties ten behoeve van het algemeen nut.

Bedrijven verdienen geld. Dat is waartoe zij op aarde zijn. Verdienen zij het niet dan gaan zij failliet. Het geld is hun middel en hun recht van bestaan. En passant maken zij soms aardige produkten, bakken zij ons brood, betalen zij ons loon uit en sponsoren zij een wielerploeg maar daar gaat het allemaal niet om. Aan het einde van de maand moet de teller in de plus staan, anders einde bedrijf.

Overheden faciliteren en ondersteunen waar nodig. Ze halen geld op uit de samenleving om dat te doen. Als ze geld nodig hebben zeggen ze hier met dat geld en verhogen een belasting of verzinnen een nieuwe. Van dat geld leggen ze wegen aan, geven ze onderwijs en hangen ze bloembakken op het dorpsplein. Verder ondersteunen ze mensen en organisaties die dat nodig hebben, waarbij de mate waarin afhangt van de kleur van het kabinet en de gemeenteraad.

Dan heb je nog instellingen voor het algemeen nut. Die doen goede dingen. Vaak zijn dat stichtingen zonder winstoogmerk. Ze helpen drugsverslaafden, geven arme mensen te eten, maken zieke kinderen aan het lachen of bevorderen de Volkskracht. Het geld komt grotendeels uit giften van particulieren en bedrijven en uit subsidies van de overheid en soms van bijdragen van diegenen die de weldaad ontvangen, bijvoorbeeld in de vorm van huurpenningen.

Geld verdienen, faciliteren en ondersteunen, goede dingen doen. Een heldere taakverdeling zou je zeggen, met de bevoegdheden keurig gescheiden.
Jammer genoeg ziet niet iedereen het nut, ik zeg zelfs de noodzaak, van deze scheiding in.
De afgelopen decennia vervaagden de grenzen. Bedrijven moesten Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Ambtenaren moesten ondernemend zijn. Stichtingen moesten bedrijfsmatig werken. De gevolgen zijn desastreus.

Bedrijven profileren zich door gangen en persberichten te behangen met bewijzen van maatschappelijke verantwoordelijkheid en duurzaamheid. Ondertussen gaan ze gewoon hun goddelijke gang, maar dan ondergronds. Hun maatschappelijke verantwoordelijkheid en duurzaamheid zijn marketingtools en zolang het meer klanten oplevert geven ze er af en toe een snipper aan uit. Dat kan niet anders. Anders gaan ze failliet. Het is een kapitalistische wereld mensen. Als je aan het eind van de maand rood staat ben je af.

Overheden worden geconfronteerd met al te ondernemende ambtenaren. Targets en de eigen carrière zijn belangrijker dan de burger. Prestigeprojecten als Culturele Hoofdstad mogen tientallen miljoenen kosten terwijl bibliotheken, muziekscholen en zwembaden onder vuur lagen. En meermaals kreeg de gemeente Utrecht, bijvoorbeeld, te maken met ondernemende, o nee frauderende, ambtenaren bij Stadswerken en Onroerend Goed.
Andersom gingen typische overheidstaken naar bedrijven. Verzekeringsbedrijven sporen zorgfraude op en mogen daartoe uw medisch dossier inzien. Bewakingsbedrijven beheren opgesloten asielzoekers.

Stichtingen verloren hun doel uit het oog en werden, bijvoorbeeld, ondernemingen die met derivaten speculeerden en oude schepen opknapten in plaats van huizen te bouwen. De Stichting Zuwe Hofpoortziekenhuis is een bedrijf geworden, met bedrijfsgeheimen.

Ik zeg: terug in je hok. Allemaal. Er zijn politieke partijen die dat ook vinden, er zijn politieke partijen die dat niet vinden en er is een politieke partij die het niet snapt. Dat is de PvdA. De PvdA, die nu al tientallen jaren van harte meewerkt aan de vervaging van de grenzen, beklaagt zich iedere keer weer huilend over de gevolgen. Het gaat door tot de dag van vandaag, nu de gemeente Utrecht, precies volgens de opdracht van de PvdA - lid van het net teruggetreden college - de 'sociale buurttteams' heeft aanbesteed. Jánk
(Dat krijg je er nu van als je denkt dat bedrijven op aarde zijn opdat mensen gelukkig en actief zijn, zoals een locale PvdA penningmeester mij gisteren nog wist te melden.)

Ik kan wel tegen een andere mening en erger mij zelden aan de VVD. Ik kan niet tegen stompzinnigheid, en vooral niet als die stompzinnigheid regeert en vervolgens in tranen uitbarst over de ongelukken die ze zelf veroorzaakt. Nee PvdA, het ligt niet aan bedrijven die zich niet netjes gedragen. Het ligt aan het feit dat het bedrijven zijn. PvdA, ga eens nadenken over waartoe je op aarde bent, over waartoe de overheid op aarde is, over wat je in haar handen moet leggen. Terug in het studeerhok. En hou op met dat gejank of je krijgt een draai om je oren.

maandag 30 juni 2014

KLM en andere berichten uit Horkenland

De tweet: Adios Amigos, de foto ‘Departures’ met daarop een archetypisch Mexicaans mannetje. Zo meende de servicedesk van de KLM de overwinning van het Nederlands elftal op de Mexicanen te moeten vieren.

Mexicanen werden woedend. Flauw. Mexicanen kunnen niet tegen een grapje. Amerikanen werden woedend. Engelsen werden woedend. Een Italiaanse werd woedend. Het werd allengs duidelijker: op de hele wereld kunnen alleen Nederlanders tegen een grapje.
We hebben recent meer soortgelijke incidenten gehad. Terwijl Nederland over de grond rolt van het lachen haalt de wereld zijn wenkbrauwen op. Dat ligt natuurlijk aan de wereld maar we passen ons dan in jezusnaam maar aan. De KLM verwijdert de tweet. Het was echt gewoon een grapje, maar er kwamen teveel reacties op.

Ik wou het hoofdstuk ‘racisme’ maar overslaan, dat is al eerder uitgebreid geschreven door anderen en het heeft niet geholpen. Ik wou het eens ouderwets over manieren hebben.
Wanneer jullie, jongens en meisjes van de twitterbalie van de KLM, zitten te twitteren, dan spreken jullie namens KLM tot de wereld. Het account @KLM zegt het zelf: Official Global Account. Jullie zijn daar niet onder je vriendjes. Elke seconde die jullie daar doorbrengen zijn jullie op aarde om je te bekommeren om het welzijn van de klanten van de KLM. Jullie staan niet op het podium, jullie zitten aan de servicebalie. Wij zijn de klanten, niet het publiek. Wij verwachten een professionele dienstverlenende houding. Wij betalen niet voor studentikoze ongein. Botte ongein bovendien, die namens de KLM zegt: fuck de klanten, ik zit hier voor mijn lol. Zo wordt ongein een gekwalificeerde belediging. Wat jullie volledig missen is dat precies die context zo kwaad maakt. Zoals een Mexicaan zei: wanneer een willekeurige privépersoon zoiets zegt is dat iets heel anders. Van de Royal Dutch Airlines pik ik dit niet.
Dan, beste jongens en meisjes van de twitterbalie, is er nog de stelregel voor de omgang met de verliezende tegenstander. Ook daar kunnen we een overtreding noteren. Een waardige winnaar laat de verliezende tegenstander op waardige wijze de arena verlaten. Ook dit is een element dat aan jullie botte hersens schijnt te ontsnappen. Bestudeer de reactie van de Mexicaanse vliegmaatschappij maar eens. Deze is heel leerzaam als je iets wilt weten over wat dat is, waardigheid. Of kijk eens een wedstrijdje snooker op de BBC.

Jammer genoeg weten wij in Nederland al niet beter. Horkerig gedrag komen wij als klanten in Nederland overal tegen. De bijbeunende student die onder het vakkenvullen luidkeels de details van zijn stapavond deelt met de collega's die zich binnen schreeuwafstand bevinden. De servicedeskmedewerker van de Hema die, gehuld in een modieuze afzakbroek, een onsmakelijk uitzicht biedt wanneer hij zich omdraait en bukt om iets uit de la te halen. De ojee-ober die een glas wijn over een klant uitgiet en naar de keuken draaft om terug te komen met de smerigste dweil die je ooit hebt geroken. De baliemedewerker van een bank die bij een klacht over zijn geklep met collega's riposteert: “U moet maar denken mevrouw, u staat hier 20 minuten, ik sta hier de hele dag.” (Ook dat was een grapje, uiteraard.)

Dankzij de Royal Dutch Airlines is onze reputatie als onbeschofte brokken ongeleide hilariteit met een korte broek gewoon weer eens bevestigd. Wat dat betreft is er niets aan de hand. Maar als men voortaan in het buitenland vraagt of wij uit Duitsland komen zeg ik gewoon ja.

dinsdag 22 april 2014

Het is hier verdomme Sing Sing niet

Mantelzorgboete. Driehonderd euro van je AOW af als je bij je kinderen gaat wonen. Maar wat heet bij je kinderen wonen?
Een vriend van ons kocht jaren geleden een huis op het platteland, samen met zijn moeder. De garage (met vliering) werd verbouwd tot een zelfstandige wooneenheid. Woonkamer, keuken, badkamer, slaapkamer en eigen voordeur. Ze zagen geen reden om de binnendeur dicht te metselen, maar ieder leidde zijn/haar eigen leven. Moeder paste weleens op de hond, zoon zorgde dat het autootje rijklaar was. Ze aten apart, uitzonderingen daargelaten. En ze klopten, voor ze de binnendeur doorgingen.

Gaat er nu binnenkort 300 euro van moeders AOW af? Ik zou zeggen van niet, maar niemand schijnt het te weten. Ik zou zeggen dat beiden een zelfstandige woning hebben en een zelfstandige huishouding voeren. Als je dit als één huishouding ziet en moeder derhalve 300 euro kort op haar AOW moeten ze dan voortaan dus maar dezelfde krant lezen, het telefoonnummer delen, samen tv kijken? Ja, dat zal wel moeten, want geld voor een afzonderlijke huishouding heeft moeder niet meer. Is dat de bedoeling?

Stel dat het goed gaat. Stel dat de voordeuren worden geaccepteerd voor wat ze zijn: twee aparte voordeuren met twee aparte levens erachter. Steunend en kreunend wordt het gedoogd. Maar er ontstaat een probleempje in de loop der jaren. Moeder gaat dementeren. Of breekt een heup. Of is wegens algeheel gevorderde leeftijd in het algemeen eigenlijk niet meer in staat om een zelfstandige huishouding te voeren. En zoon moet meer en meer inspringen. En stel de AOW komt daar achter. Door een onaangekondigd huisbezoek misschien. Of doordat zoon zich genoodzaakt ziet extra hulp in te schakelen. Kan niet natuurlijk. Je zult met man en macht iedereen buiten de deur moeten zien te houden want anders gaat het heul veul geld kosten. Dat weet de overheid ook wel, dus er zal gecontroleerd worden. Jaarlijks? Maandelijks? Wat staat ze te wachten? Klingeling ik kom even de was controleren & wat doen die onderbroeken daar bij mekaar in de trommel, mag ik even zien wat u eet & wat doen die aardappelen bij mekaar in de pan, en by the way heeft u nog wel twee omroepgidsen?

Stel je moeder woont niet naast je maar er zit een huis tussen. Maar jij slaapt daar 's-nachts, om en om met je broers en zussen, omdat moeder niet meer alleen kan zijn. Of ze eet elke dag bij jou, omdat ze het anders vergeet.
Voert deze moeder wel een eigen huishouding? Waarom dan? Omdat er een huis tussen zit? Of ook dan niet? En als moeder om de hoek woont? In de volgende straat dan? En mag je dan haar was doen? Hoe vaak mag ze komen eten? Mag er wel iemand slapen? Zo ja hoe vaak? Waar ligt de grens? En hoe controleren we dat? Met nachtelijke invallen? Met camera's op de waslijn?

En dan nog eens wat. Stel dat je geen geld hebt om een vleugel te verbouwen, of zelfs een bungalow in de tuin te zetten, een huisnummer aan te vragen, en al die dingen die mensen met een beetje geld nog kunnen bedenken om de dans misschien te ontspringen. Wat als je maar gewoon een rijtjeshuis hebt en moeder op zolder zet, met een keukenblokje en een douchecabine, zodat je toch een beetje op jezelf kan zijn. Ik vrees dat je dan kansloos bent en dat, zoals gewoonlijk, Jan met de pet ook weer Jan met de korte achternaam zal blijken te zijn.

Ik weet niet hoe het u vergaat maar ik pik dit niet meer. Sodemieter op overheid met je gewroet en je gewantrouw, je leugens en je participatieflauwekul. Het is hier verdomme Sing Sing niet. Eerste Kamer, doe je werk.

vrijdag 14 februari 2014

Stem lokaal! (of gewoon niet)

AbvaKaboFNV publiceerde vandaag een onderzoek naar de kwaliteit van de organisatie van de thuiszorg door 44 verantwoordelijke wethouders (van zes gemeenten waren niet alle gegevens voorhanden). De kwaliteit werd getoetst aan zaken die voor de zorgmedewerkers en voor de cliënten van belang zijn. U vindt het onderzoek onderaan deze blog. Het onderzoek onderstreept iets interessants over de relatie tussen landelijke partijen en plaatselijke resultaten: die is er niet. Maar eerst de uitslag.

Bij iedere gemeente werden naam en politieke partij van de verantwoordelijke wethouder vermeld. Het leek me aardig om daar een teamwedstrijd van te maken. Dit werd de uitslag (tussen haakjes het aantal wethouders; partijen die maar één wethouder leverden staan onderaan).

D66 21,5 (4)
Lokaal 20 (3)
SP 18,7 (3)
PvdA 16,5 (13)
VVD 16 (2)
CDA 14,9 (9)
GroenLinks 14 (7)
OPA 21 (1)
SGP 21 (1)
Christen Unie 13 (1)

Hier valt u vast wel vanalles aan op, de nummer 1 bijvoorbeeld, en de posities van CDA en GroenLinks zijn opmerkelijk te noemen.

Wat u niet aan dit lijstje kunt aflezen, maar wel uit het onderzoek kunt halen, is dat er bij de partijen met veel wethouders, namelijk PvdA, CDA en GroenLinks, enorme lokale verschillen zijn geconstateerd. De beste verantwoordelijke PvdA-wethouder scoort 23, de slechtste 8. Bij het CDA zijn de cijfers 24 respectievelijk 2 en bij GroenLinks 21 en 2. Ook de SP, met 3 wethouders, scoort wisselend, met 26 en 13. Van de landelijke partijen scoort alleen D66 enigszins consistent met 27/18, maar dat zijn maar 4 wethouders, en je kunt ook wel een betere krijgen dan 18 voor hetzelfde geld.

Kortom. Als u gaat stemmen, stem dan lokaal. Niet persé een lokale partij, maar overtuig u van de kwaliteiten van uw plaatselijke kandidaten voor de gemeenteraad. Sla in het geheel geen acht op de rozen die Diederik Samsom u wil slijten, of de gloedvolle inspirerende toespraak van Bram van Ojik, misschien proberen ze u wel een 2 aan te smeren. Sluit lokale partijen niet bij voorbaat uit; dit onderzoek geeft daar geen reden toe.

Het is verder wat mij betreft bijzonder merkwaardig dat u uw gemeenteraadsleden mag kiezen, en straks ook uw burgemeester, maar niet uw verantwoordelijke wethouder, die in feite de spil van het beleid is. De wethouder wordt voorgedragen als het accoord in kannen en kruiken is, hoeft niet op de kandidatenlijst gestaan te hebben en kan zomaar iemand van de andere kant van het land zijn waar u nog nooit van gehoord hebt. Sinds 2002 is dat zo, en het is wat mij betreft een regeling die niet voor de volle 100% een verbetering is.
Als u stemt, stemt u dus ook voor een groot gedeelte op het voorstellingsvermogen dat u heeft van de kwaliteit van uw kandidaat om de juiste wethouder te selecteren, en dan kan het ook nog gebeuren dat het landelijk bureau uw lievelingsfractie iemand in de maag splitst, zodat zij al vanaf dag 1 achter de feiten aanholt. Als u dat niks vindt zult u op een lokale partij moeten stemmen, mits voorradig en van voldoende niveau.

Zelf ga ik niet stemmen. Dat heb ik altijd wel gedaan. Ik heb mijn huiswerk gedaan, ik heb een jaar via live televisie de gemeenteraadsvergaderingen gevolgd, en mijn kandidaten zijn al weg of stoppen ermee. Verder heeft de Utrechtse gemeenteraad de gewoonte om, als zij al weigert om zich als stemvee te laten gebruiken, dit te doen als de rit al gelopen is, met als gevolg wethouders wien de stoom uit de oren komt, niet geheel onterecht, of het verzet wordt ingegeven door naderende verkiezingen, waar je dan als kiezer weer een beetje misselijk van wordt. En tot slot, ik stem uitsluitend voor de gemeenteraad, die een groot deel van de tijd achter de feiten aanholt, over de uiteindelijke bestuurders heb ik niets te zeggen, en dat bevalt me voor geen meter.

Wethouders en thuiszorg: het onderzoek van AbvaKabo

Ook wethouder moet keuze maken - door Juliën van Ostaaijen

dinsdag 4 februari 2014

Kees

Toen ik Kees voor het eerst zag dacht ik hemeltje. Het was op een bridgeclub. Ik was nieuw. Kees was broodmager en leed af en toe aan verminderde zelfzorg. Dan had hij een vlassig baardje en zelfs zonder dat baardje leek hij sprekend op Catweazle maar mét baardje helemaal, dus. Laten we het er maar op houden dat Kees opviel als je voor het eerst op de club kwam.

Kees zat in de bijstand. Kees had een probleem met alcohol. Kees had zijn studie niet afgemaakt. Kees was verliefd op een getrouwde vrouw, en de man van die vrouw was rijk. Dat was ongeveer de situatie toen ik Kees leerde kennen.
Ik was zelf ook niet helemaal lekker in die dagen en Kees wist dat. Ik zat eens aan de bar en jawel, paniekaanval. Zo uit de lucht. " 't Gaat niet goed geloof ik hè" zei Kees droog. "Nee", zei ik, want eenlettergrepige woorden gingen altijd nog prima. "Ik zie het. Biertje?" zei Kees. "Graag", en terwijl we zwijgend naast elkaar zaten met onze biertjes voor ons voelde ik de paniek wegebben.
Kees was dus aardig. Erg aardig zelfs, op een bescheiden manier. Ik raakte gesteld op Kees, op dezelfde bescheiden manier, en soms bridgden we samen, in de zomer, of op een kroegendrive. Voor de gezelligheid.

Zomin als Kees zich met mijn problemen bemoeide, zomin deed ik dat met de zijne. Ik raapte hem zwijgend van de straat als hij strontlazarus van de fiets donderde en zei niets van het gebroken brillenglas waar hij maanden mee doorliep.
Anderen waren daar wat sturender in. Als het gebrek aan verzorging groteske vormen aan begon te nemen was er altijd wel iemand die hem mee naar huis nam, hem in bad stopte, zijn haren knipte en zijn kleren waste. Daarna verscheen Kees onherkenbaar verzorgd op de bridgeclub, maar dat was altijd maar tijdelijk.

Er kwam een bijstands-veegactie. De ene na de andere werkloze bridger ging aan het werk, in een Melkertbaan, als conciërge bij een school, als manusje-van-alles bij een buurthuis. Zo niet Kees. Kees was onbemiddelbaar. Ik denk dat Kees in een apart bakje terecht was gekomen waarop stond: mee leren leven.

Ik moest aan Kees denken toen ik hoorde dat het er definief van gaat komen, de tegenprestatie. Ik kan u precies vertellen hoe het met Kees zou zijn afgelopen. Kees zou niet presentabel bevonden zijn, Kees zou een strafkorting van 3 maanden hebben gekregen, Kees zou van zijn studentenkamertje afgegooid zijn en Kees zou gestopt zijn met de bridgeclub die zijn sociale omgeving en zijn mantelzorger was. Maar Kees is dood, nog geen vijftig is Kees geworden, en dat is maar goed ook zei ik tegen man, "het is maar goed dat Kees dat niet meer mee hoeft te maken want dat was niks geworden", zo zei ik het.

Er zijn veel Kezen. Achtergebleven na de laatste veegactie en als droesem naar de bodems van de bakjes gezakt. Er zijn natuurlijk niet alleen Kezen. Er zijn vast wel weer mensen bijgekomen, Wimmen en Klazen en Samira's en Moestafa's enzo die wel kunnen werken, maar als die eenmaal zover zijn dan zijn er geen banen en dat is weer een ander chapiter. Hoe dan ook, ik betaal voor ze en ik wens dat ze met rust worden gelaten, vooral de Kezen, waar u niet jaloers op hoeft te zijn en die als Kees heel veel waarde voor hun medemens kunnen hebben, al is het niet mogelijk om dat in verdienvermogen uit te drukken.

woensdag 29 januari 2014

Allemaal in je blootje: de PvdA als crypto-naturistenpartij

Staatssecretaris Jetta Klijnsma van de PvdA heeft met de bijstand de volgende plannen:
  • Een verplichte wachttijd van 4 weken, om er zeker van te zijn dat u de bijstandsperiode met een flinke schuld begint, of uw potje voor onvoorziene uitgaven dadelijk al kwijt bent. Nog even en u loopt in uw blootje omdat u geen kleding meer kunt betalen (de eerste kledingbank is overigens al gesignaleerd).
  • Regels met betrekking tot het uiterlijk: niet presentabel = 3 maanden verplichte strafinhouding, om er zeker van te zijn dat u daarna helemaal geen kleding meer kunt betalen, en zelfs uw huis al bent uitgezet, zodat het wassen van de bestaande kleding ook een probleem wordt en voor u het weet loopt u in uw blootje.
  • Verplichte tegenprestatie: werken bij een commercieel bedrijf met behoud van uitkering, bijvoorbeeld de kerstpost sorteren bij PostNL, om er zeker van te zijn dat de betreffende banen vervallen. Hopelijk wordt er bij de poort degelijke en deugdzame werkkleding verstrekt, het wil nog weleens tochtig zijn in die hallen.
  • Geen Nederlands spreken? Geen bijstand. Enfin, het fraaiste Nederlands leer je op straat en vooral als je in je blootje loopt.
De plannen gaan waarschijnlijk niet door. De gemeenten willen het niet. De gemeenten/gemeentelijke sociale diensten willen dat zelf kunnen bepalen. Het kabinet zegt dat er over te praten valt.
Nu komen de gemeenteraadsverkiezingen. U weet in ieder geval wat de PvdA wil. U moet dat even niet vergeten. Ook als het kabinet bovenstaande regels niet dwingend oplegt weet u heel goed wat de PvdA wil, de PvdA heeft zichzelf gelukkig ook in zijn blootje gezet, en U moet dus geen PvdA stemmen, en al helemaal niet voor de gemeenteraad, want de gemeente gaat straks zelf de sancties bepalen, en met een grote PvdA in uw gemeenteraad en college weet u alvast de uitkomst.

(tenzij de locale bestuurders een andere mening hebben, maar ja, dan kun je de volgende logische stap in je carrière natuurlijk wel vergeten, dus dat gaat niet gebeuren, hoezeer ze u ook van het tegendeel proberen te overtuigen, luister niet, houd uw handen tegen uw oren, stop er Ohropax in, het is niet waar).

Verzorgd uit de bijstand: een rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau. Wijst onder meer op het grote aantal vooronderstellingen dat bij bovenstaand beleid wordt gehanteerd.














zaterdag 11 januari 2014

Het marktaandeel van argumentenfabrieken

Frank Kalshoven (die van de Argumentenfabriek) verklaart in de Volkskrant van zaterdag 11 januari dat bijstand een situatie van tegenslag is, liefst tijdelijk. De genieter daarvan is zelf verantwoordelijk en heeft de plicht om voor de onderstand die hem geboden wordt iets zinvols terug te doen. Kalshoven beroept zich daarbij op het sociale contract dat we met elkaar hebben.

Op die tegenslag, die tijdelijkheid en die eigen verantwoordelijkheid valt nog wel wat af te dingen.
In het najaar van 2013 waren er in Nederland 94.000 vacatures en 400.000 mensen in de bijstand. Tot zover de tegenslag, de tijdelijkheid en de eigen verantwoordelijkheid. De tegenslag zit ingebakken in het kapitalistische systeem, waarbij er zo weinig mogelijk kosten (waaronder lonen) worden gemaakt en er tegelijkertijd zoveel mogelijk wordt afgezet. Hoe de klant aan het geld komt om af te nemen is een detail waarin niet wordt voorzien. Tijdelijk is deze situatie allerminst.
Eigen verantwoordelijkheid kun je uiteraard alleen oppakken als je daarvoor de tools hebt. Een van die tools is in dit systeem de aanwezigheid van banen. Die zijn er niet. Het sociale contract lijkt daarmee nogal een eenzijdig gebeuren te zijn.

Wat doen al die Polen dan hier, zult u zich afvragen. Als er geen werk is. Welnu, die komen hier om zich te laten uitbuiten voor 2 euro per uur, als ze die al daadwerkelijk krijgen. Hoe dat gaat leest u hier.
Daar heeft dit kabinet het volgende op gevonden. Nederlanders moeten ook uitgebuit worden! Laat ze maar werken in de bijstand, dan hoeven wij ons ook niet meer bezig te houden met trivialiteiten als minimumloon. Dat er dan wel erg weinig koopkracht overblijft is vervelend voor het MKB maar ook het MKB is geen conditio sine qua non in het kapitalistisch systeem en dat merken zij aan den lijve.
Van wat ik tot nu toe schreef klopt natuurlijk niets. Ik smeek, zij het impliciet, om rechtvaardigheid, koopkracht en echte banen, alsof ik het sprookje nog geloof. Ik doe net alsof er nog een industriële samenleving is.

Productiefactoren. Productie als zodanig. We hebben ze helemaal niet meer nodig. Na de agrarische en de industriële samenleving zijn we in het Westen beland in de derde fase: de geldsamenleving. Geld maakt geld, en niets anders. Bedrijven, productie, werknemers, ze zijn overbodig. Geld is zelf de productiefactor geworden. De samenleving is hieraan ondergeschikt. Hoe dat zit, ziet u hier.



Groter en groter wordt het aandeel van slavendrijvers, bestuurders en directeuren van argumentenfabrieken, mensen kortom die niets produceren en niets bijdragen. De enkeling die we nog nodig hebben om brood te bakken voor de enkeling die we nog nodig hebben om die enkele trein en bus te laten rijden met daarin de laatste arbeider die het laatste overdekte zwembad aanlegt doet dat maar als payroller of zzp-er en tussen twee zwembaden door zoekt u het maar uit. De kleren die u draagt laten we wel uit India komen, waar ze nog midden in de industriële uitbuitingsfase zitten. Voor het overige staart u zich blind op een schijnvertoning die alleen in stand zal worden gehouden zolang er nog geld uit geperst kan worden.

Dat de hele kapitalistisch-industriële westerse samenleving allang is geïmplodeerd, dat is het nieuwe taboe. Zolang dat niet bespreekbaar is en de nieuwe geldwelvaart voorbehouden blijft aan snuggere enkelingen valt te vrezen dat het aantal argumentenfabrieken de komende jaren nog aanzienlijk zal oplopen. Jaren waarin het geld op de grote hopen zal waaien, de vakbonden bij de achterdeur tevergeefs om rechtvaardige arbeidsomstandigheden zullen vragen en de Roemenen en Bulgaren uiteindelijk het licht uit zullen doen, het voorheen zo welvarende westen achterlatend voor toekomstige archeologen. Grote denkers als Frank Kalshoven zitten dan allang in India, waar nog volop uitbuitingsmogelijkheden zijn.


dinsdag 7 januari 2014

De hel van DUO ABP USZO

Ooit had ik een paar jaar een uitkering. Het was horror en het was hel. En ik weet alles nog.

Ik was een dertiger die ziek was en weer aan het werk wilde. Dus ik ging een flexklus doen. Elke maand een ander inkomen. Dat konden ze niet aan, zij van het DUO/ABP/USZO (het heette ook steeds anders). Elke maand was mijn uitkering verkeerd, elke maand belde ik. En bij elke hersteloperatie werd er weer een fout op gestapeld tot er een vrijwel onontwarbare kluwen van fouten ontstond.
Ik belde en belde, tot ik te horen kreeg van de chef dat ik niet zo vaak moest bellen want dan kwamen haar medewerkers niet meer aan hun werk toe.

Over naar plan B, mede geïnspireerd door de buurman, die twee stelregels heeft: 1. Meten is weten en 2. Wie schrijft die blijft.
Ik diende elke maand een bezwaarschrift in. Ik had dus standaard 3 bezwaarschriften lopen: die van 2 maanden geleden, die van 1 maand geleden, en het bezwaarschrift dat net de deur uit was. Ik won ze allemaal, ik kon zelf namelijk wel rekenen. Zolang je je berekeningsgrondslag maar kende kon je zelf je brutouitkering uitrekenen dus dat deed ik. Onbezoldigd, dat wel natuurlijk.

Op een dag trok een verschrikkelijk lieve uitkeringsmeneer zich mijn lot aan. Hij begon mijn zaak te behandelen. Ik mocht hem altijd bellen, ook toen hij er niet meer over ging. Soms sijpelde er wat leed door. Bijvoorbeeld toen hij zei: "Ik moet even in de dozen zoeken. Want ik heb maar niet meer uitgepakt, ik zit op de 6e bureaustoel in 2 jaar tijd." Hij zorgde dat het altijd weer goedkwam, uiteindelijk, door van onderafaan de fouten er weer uit te rekenen. "Ik mag het eigenlijk niet zeggen," verzuchtte hij op een dag, "maar je had beter niet kunnen gaan werken, want daar zijn we niet op ingesteld."

Aan een ding kon mijn engel niks doen. De Tweede Kamer had in december besloten dat het ABP zelf software moest maken. Die was in september klaar. Toen kregen we allemaal een brief dat we sinds januari geen ziekenfondspremie hadden betaald. Dat zou de volgende maand worden ingehouden. Het was meer dan mijn aanvullende uitkering. Meer dan 700 gulden. Dat had ik niet. Ik was ter plekke failliet. En nee, van bruto-netto had ik geen verstand. Sorry. Ik had het niet gezien. En nee, natuurlijk hadden we nooit een waarschuwing gekregen.
Dat bleek uiteindelijk niet te mogen, zo. Het ABP/USZO had mij, en alle anderen, een redelijke aflossingstermijn moeten aanbieden. Die kwam er ook. De slapeloze nachten waren gratis, dat dan weer wel. Uiteindelijk heb ik geloof ik meer dan een jaar afbetaald.

Een ander drama heeft hij kunnen voorkomen. Hij belde me op en zei "Ga even zitten en schrik niet, want we hebben het al opgelost. Er is een collega naar mij toegekomen en die zei mevrouw X heeft de afgelopen jaren f 22.000 teveel gekregen volgens het systeem. Dat is toch jouw mevrouw X? Die elke maand haar eigen uitkering uitrekent? Dan kan dat toch niet?"
Nee, het kon niet, en het was ook niet zo. Ze hebben alles weer voor me rechtgebreid. "Maar," zei mijn engel, "ik weet niet zeker of het systeem er niet toch nog een brief over gaat fabrieken. Daarom bel ik je. Niet schrikken dus, het komt goed. Als er wat is bel je maar weer."
Ik schrok me natuurlijk toch te pletter. Maar ik had geleerd om deze meneer te vertrouwen. Ik heb er nooit meer wat over gehoord. Het systeem had kennelijk de moed opgegeven.
Een paar maanden later kreeg een ex-collega van de buurman hetzelfde verhaal, maar dan zonder engel. Die kreeg de brief. Voor een enorm bedrag, f 40.000, f 70.000, ik weet het niet eens meer. Het was iets ontzettends. Maar de buurman was een gewaarschuwd man. Door mij. De ex-collega geloofde het, de buurman niet. En hij toog aan de slag, want de ex-collega kon het niet zelf meer. Vergevorderde MS. De buurman heeft het opgelost "maar het heeft hem wel een stuk teruggezet" zei de buurman somber.

Mij deed het ook niet echt goed. Ik had thuisgezeten door een paniekstoornis. Ik kluste inmiddels halve dagen. De andere halve dag ging zo'n beetje op aan rekenkundige excercities die het ABP/USZO had moeten doen.
Na twee jaar was ik het zat. Ik ging er bijkans opnieuw aan onderdoor.
Ik diende een klacht in, verklaarde mij ontevreden met het antwoord, kopieerde alles, stopte het in de enveloppen I, II en III en stuurde de hele zwik naar de Nationale Ombudsman. Ik kreeg gelijk en ontving van het ABP een schrijven dat, hoewel ze het er helemaal en vooral juridisch niet mee eens waren, ze toch 'reden hadden om over te gaan tot' de uitbetaling van de door mij gevraagde (symbolische) schadevergoeding van f 200, waar ik toen ook maar een goeie fles single malt voor de buurman van heb gekocht, want die wilde nog weleens meekijken als het mij even teveel werd.

Niet zolang daarna kreeg ik regelmatige inkomsten. Dat konden ze redelijk aan. Nog een poos later verdiende ik zoveel dat ik de uitkering niet meer nodig had. Ik was uit de hel.

Tot zover het paradijselijke bestaan van een uitkeringstrekker. Twintig jaar geleden is het. Ik geloof niet dat er veel veranderd is qua uitkeringsfabrieken. Ik wens het niemand toe, en de mensen die het overkomt wens ik sterkte. En als je kunt, steek ze een handje toe, al luister je alleen maar, al lees je maar een keertje mee. Echt, het helpt.

Lees hier het verhaal van Dick bij het UWV.