Pagina's

vrijdag 6 september 2013

Overnachten

Vijftien jaar lang leidden man en ik een zwervend bestaan waar het ons vakantieverblijf op Texel betrof. Ik kom er al mijn hele leven, maar man was er nog nooit geweest. In een straal van 3 kilometer zijn we inmiddels toe aan ons zevende gezamenlijke onderdak.

Ons eerste verblijf was, zeg maar, het eenvoudige type stacaravan. Hij kostte nagenoeg niks en was gelegen op het vakantiepark waar ik zowat alle vakanties als puber had doorgebracht. Bovendien zwelg ik daarin, in 'eenvoudig', het geeft die typische authentieke jaren zestig en zeventig Texel-atmosfeer, en man merkt zoiets niet eens op. Niets aan de hand dus, tot ik de eerste nacht door het bed viel. Dat gebeurde toen ik man losliet. Het bleek dat mijn helft van het bed niet bestond. Weliswaar was er een helft van een matras over dit niets gedrapeerd, maar de zwaartekracht nam hier geen genoegen mee en zoog mij naar de vloer.
De volgende ochtend werd ik wakker met kramp in mijn armen van het vastklampen en inspectie bij daglicht leerde dat zich onder het matras een wat ouder divanbed bevond, waarvan mijn helft inderdaad grotendeels niet meer bestond: van het schuim, of wat er dan ook had moeten zitten, was toch zeker wel een vierkante meter geheel in de geschiedenis opgelost. Dat werd mij iets te authentiek. Korte metten als ik met zoiets maak sleepte ik met man de matras het woongedeelte in. Vervolgens zeulden we de divan naar buiten, de regen in, propten de matras weer terug in het slaapgedeelte, dekten deze toe en zeiden tevreden: "Ziezo."
Daarna stelde ik de eigenaar van dit misselijke staaltje ongastvrijheid op de hoogte van mijn ongenoegen en deelde mee dat ik het bed per onmiddellijk verwijderd wenste te zien, daar de situatie niet bevorderlijk was voor het toch al niet florissante uiterlijk van ons verblijf en wij toch niet zouden moeten willen dat iedereen kon zien op wat voor bed wij moesten slapen. Het bed verdween na veel vertoon van de in die tijd ook zeer authentieke Texelse lange tenen van het toneel en de rest van de vakantie sliepen wij heerlijk op een matras op de vloer, want wij waren dertig en wij deden nog niet aan hernia's, uitgelubberde bekkenbanden en vastzittende SI-gewrichten.

Verblijf nummer twee was ook een caravan, op een camping. Deze caravan moest, net als de vorige, na afloop door de gast zelf worden schoongemaakt en dit werd gecontroleerd. U moet zich voorstellen, de gastheer controleert dus of u als gast goed heeft schoongemaakt, maar dit is op Texel heel normaal (mijn eerste vakantie in Portugal, ook met man, was ik dan ook volledig verbijsterd dat hier namens de verhuurder werd schoongemaakt, bijna dagelijks, genant vond ik het, en ik stelde er een eer in om te poetsen en te dweilen voor wij op stap gingen, het werd bijna een erezaak wie er schoon mocht maken, helemaal in de war raakte ik ervan, maar dit terzijde).
Hoe dan ook, op een dag belde ik op om de caravan te reserveren, onze derde keer zou het worden, met dat schoonmaken had ik het eigenlijk wel gehad en het laten schoonmaken tegen extra betaling begon op Texel in zwang te raken, dus ik informeerde beleefd naar de mogelijkheid om de caravan na afloop te laten reinigen. Hola! Impertinente vraag! Daar had de uitbaatster helemaal geen tijd voor en of ik wel wist wat het allemaal inhield, een camping leiden! Als zij nu ook nog caravans schoon moest gaan houden, nee werkelijk, ik vergde het onmogelijke van haar! Dat waren ook voor Texelse begrippen wel uitzonderlijk lange tenen en dus viel het doek over caravan 2.

Daarna volgde een bungalowtje. Van buiten authentiek jaren zestig, maar binnen te mooi. De eigenares had de bungalow zo fraai opgeknapt dat ik mij nauwelijks dorst te verroeren, als gevolg waarvan ik prompt een deur uit mijn hand liet schieten met versplintering ervan tot gevolg, iets wat mij nog nooit was overkomen en ook daarna nooit meer is gebeurd. Ook houd ik er niet van als de badkamer mooier is dan bij mij thuis. De keurig getrimde bleekroze clematis die braaf langs de op de muur getimmerde latjes groeide deed de rest.

Toen kwam ons huidige vakantiepark voor het eerst in beeld. Het ligt 100 meter van het voorhuis van Vita Nova, waar ik als kind logeerde omdat luxe stenen bungalows buiten ons budget vielen. Het piepkleine kabouterhuisje dat we huurden - ooit, herinnerde ik mij, bevond zich onder dit dak de receptie van het park - diende een aantal vakanties als enigszins spartaans maar sfeervol verblijf. Tot er een nieuw bed werd geplaatst, waar we beiden gierende doorzakruggen van kregen want inmiddels waren we geen dertig meer.
Terug naar park één dan nog maar een keer, van het divanbed ja, waar de caravans inmiddels door keurige huisjes waren vervangen. Met witte stenen vloeren. En vloerverwarming. En heel veel buren. Heel dichtbij. Ik maak er verder geen woorden aan vuil. Rillend namen we afscheid.

Voor een weekend ver buiten seizoen zochten we een  budgetoplossing. Nou, die vonden we. Op de mooiste plek van het eiland stond een huis, het kostte ouderwets niks, en authentiek, daar was onze eerste caravan heilig bij. Het was een jaren zestig bungalow - sowieso mijn favoriete type huis - achter het woonhuis van de eigenaren, maar binnen kon je niet meer zien waar je was, zo eivol was het. Elke vierkante centimeter vloer, muur en aanrecht was bezet door een voorwerp, en bij elk voorwerp hing een briefje, zorgvuldig rondom met plakband vastgezet, waarop een instructie met wat wel ermee te doen, wat vooral niet ermee te doen en de reden daarvan. Een en ander in de trant van het briefje van mijn schoonvader dat ik aantrof bij de kraan van de wasbak op zolder toen ik 20 jaar geleden voor het eerst bij mijn schoonouders overnachtte en dat sprak: "Afblijven! Volgt overstroming!" (dat briefje hangt er trouwens nog steeds).
Het voorwerp dat de grootste hilariteit bij ons opwekte en ons bovendien elk kwartier luidruchtig aan zijn bestaan herinnerde was een werkende witte plastic koekoeksklok, een voorwerp waarvan wij tot dan toe niet wisten dat het bestond. Minder humoristisch vonden wij de matrassen van het type binnenvering die naar buiten wil, want inmiddels waren wij ook geen veertig meer.
De schapen die deze mensen naast onze tuin hielden, tenslotte, waren oliedom. Toen wij ons pluchen schaap bij het prikkeldraad zetten draafde de hele kudde erop af om kennis te maken en ik kan dat bewijzen met foto's.

Daarna vonden we dit huisje. Het is een bungalow uit de jaren zestig, op dit heerlijke park waar ook ons eerdere kabouterhuisje staat, waar je geen enkele voorziening hebt, geen disco, geen zwembad, geen fietsverhuur, zelfs het supermarktje is weg - dat lag overigens naast het kabouterhuisje, en de eerste keer dat er geen supermarkt meer was maar een winkel met snuisterijen genaamd Hampi werd ik, ogen nog dichtgeplakt maar wel met zin in verse broodjes, wakker tussen de sjaaltjes, oorbellen en andere troep en zei verbluft "U verkoopt zeker geen brood", want ik kom 's-ochtends moeilijk tot volledig bewustzijn, maar dit terzijde - maar wel een heerlijke grote vrije tuin, met een boom om onder te zitten. Het huisje heeft een gelakt schrootjesplafond, ongestucte bakstenen muren en glazen windschermen, maar ook een wasmachine en een vaatwasser. De vloer bestaat uit geglazuurde bruine tegels en heeft een scheur van voor tot achter, maar daarop staan twee crèmekleurige comfortabele bankjes waarop we naar een platte tv en de heerlijke ingebouwde houtkachel kijken. De lamp boven de eettafel is okergeel en in de halletjes hangen de bekende kunststof bolletjes aan het plafond, maar we slapen zonder woelen in lits-jumeaux. Kortom, het huisje is luxe maar wel met behoud van zeer veel originele details. We zijn er nu voor de vijfde of zesde keer, we hebben er zelfs al een keer de kerstweek doorgebracht, en we beginnen ons allerakeligst te hechten.

Natuurlijk wordt ons paradijsje bedreigd. Het park is lang geleden per bungalow verkocht, elk huisje staat op eigen grond en sinds enkele jaren is het toegestaan om verdiepingen op de huisjes te bouwen. Nu verschijnen her en der meer of minder smaakvolle boerderettes met vloerverwarming die de bungalowtjes, die immers niet meer aan de 'eisen van de tijd' voldoen, vervangen. Groot was dan ook onze schrik toen we vorig jaar hoorden dat 'ons' huisje was verkocht. Stel je voor...  Het is nu van Duitsers, zien wij aan de oprukkende bierglazen in de kast. Ze lijken geen vernietigende plannen te hebben. Het zeil in de slaapkamers is vervangen. Ze hebben zelfs een nieuwe keuken ingebouwd, een fijne keuken. Dankjewel. Ga zo door, en dat we er allemaal nog maar jaren plezier van mogen hebben...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten