Pagina's

vrijdag 26 juli 2013

Krakende wagens

Hij is rood. Als het regent. Anders roze. Hij rijdt alsof hij zijn laatste druppel olie heeft versnoept. In de winter staat het ijs binnen en buiten op de ramen, maar dat hindert niet, want dan kunnen de portieren toch niet open. Zijn banden lekken. Soms start hij niet, dan moet hij aan het speciaal aangeschafte infuus. Hij is een Porsche 924, hij is geboren in 1985 en mijn man heeft hem geadopteerd in 2003. De eerste keer dat de ANWB erbij kwam zei de wegenwachter verheugd: "Meneer. Deze auto! Die komt uit Baambrugge hè? Ja! Ik ken deze auto."

We zijn er bijna in verongelukt, op weg naar Limburg. A2, linkerbaan, 120 kpu. Rechts een op-en afrit. Man kijkt vertwijfeld naar het stuur.  Hij remt. Een angstaanjagend gebonk. Het linkerwiel lijkt vierkant geworden. "Snel! Vluchtstrook!" schreeuw ik. Man manoevreert zich tussen het hevig toeterende invoegende verkeer door, richting de door mij aanbevolen lokatie. We halen het. We staan stil. Dan zakken we langzaam weg naar links. Tientallen seconden lang kijken we elkaar sprakeloos aan, dan stappen we uit. Een voorzichtige blik om de hoek langs het voortrazende verkeer leert dat het voorwiel een hoek van 45 graden ten opzichte van de auto maakt. Politie erbij. Berging erbij. Wegenwacht erbij. Op de A2 bij Eindhoven ter hoogte van de afslag Leende geldt een snelheidsbeperking.

Het wiel wordt eraf gehaald. Eén bout hangt er half uit. Eén bout ligt ergens op de A2.
We worden 1200 meter gesleept naar een benzinepomp. Daar evalueert de wegenwacht de situatie. De assen zijn goed. De velg is goed. Het wiel is nog goed. Om onbekende reden hebben de bouten losgelaten. De wielkast is daarentegen een ravage. Dag weekend Limburg. Nee, toch niet. De wegenwachtmonteur wil het wiel er weer op zetten. "Mag ik de wielkast een beetje bijbuigen? Hij is toch al naar de filistijnen hoor. Die zal vervangen moeten worden." Bonk, kloink. Een losse draad. "O, ja, dat is de snelheidsmeter. Die doet het niet meer. Dat moet u thuis even laten maken." Ik begin rood aan te lopen. "Ik zet wel een bout van een achterwiel erbij. Achter kan hij prima toe met drie. U moet volgende week dan even een boutje bijplaatsen." Na drie kwartier: "Nou, stapt u maar weer in. Goede reis!".

Ik ontplof. "Menéér!!" "Mevrouw?" "U schijnt te denken dat ik in deze auto stap." "Mevrouw, hier kan prima in gereden worden. Er is niets aan de hand." "Dat dachten wij vanochtend ook ja! Hoe komen die bouten los?" "Ja. Die zijn een keer niet goed vastgezet hè." Ik wend mij tot meneer de man. "???".
Die verklaart: "Ehm. Die band is geplakt. Recentelijk." "En welke banden zijn er nog meer geplakt door dat fantastische schijtbedrijf?" "Ehm. Allemaal." Ik draai me weer om naar de wegenwachtmonteur.
"Menéér." "Mevrouw". "Ik verzoek u dringend om de wielen stuk voor stuk na te lopen, daar ik anders niet in deze auto zal plaatsnemen." "Mevrouw, met alle genoegen."
Een kwartier later stappen we in en rijden naar Limburg.

De Porsche heeft al zijn bouten weer, zijn snelheidsmeter zit vast en hij heeft een wielkast van de sloop, met een glimmend rood scherm. Hij lacht mij nog iedere dag uit.

1 opmerking:

  1. Je hebt de gave van vertellen... ik moest weer hardop lachen. Geweldig Jet, ik kijk nu al uit naar je volgende blog...

    BeantwoordenVerwijderen